Onzin in de klas

01-09-2003

-

door verscheen in :
2 minuten
Leestijd:
Tijdens vragenrondjes wordt het duidelijk: er circuleert heel wat onzin. Het maakt niet uit welk onderwerp onze sprekers brengen, we worden er steeds weer pijnlijk aan herinnerd dat het zin heeft om wetenschappelijke kennis te verspreiden en om logisch redeneren aan te leren. Alleen merk je er niet veel van op grote schaal; en daar word je dan ook zo moedeloos van.

Het is geen onwetendheid, het is een kwestie van foute kennis. Mensen slaan weetjes op, maar die weetjes zijn totaal verkeerd. Ergens moeten ze die vandaan halen: uit de media, uit allerhande geschriften, van elkaar, maar ook uit het onderwijs. We hebben goede redenen om dat te veronderstellen.. Sla er maar eens de handboeken op na en de ene kwakkel na de andere passeert de revue.

Het uitvlooien van handboeken en lesmateriaal is uiteraard een zware taak. SKEPP heeft daar noch de tijd, noch de middelen voor. Je kunt je ook de vraag stellen of het tot de opdracht van SKEPP behoort om zo'n titanenwerk te verrichten. Trouwens, wat is de standaard waartegen onwaarheden af te wegen? Neen, het zijn de leerkrachten en directies die hier hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Het is eigenlijk een kwestie van beroepseer.

SKEPP wil het anders aanpakken: met een bescheiden lessenpakket kunnen de skeptici zich nu rechtstreeks tot de leerlingen richten. Onderwijzend personeel wordt jaarlijks uitgenodigd op een studiedag, waar het pakket wordt voorgesteld. Marc Braem bovendien een workshop “goochelen in de klas” begeleiden. Zo kunnen de leerkrachten zelf de daad bij het woord voegen en met meer overtuigingskracht lesgeven inzake paranormale fenomenen.

De samenstellers (Wim Betz, Gustaaf Cornelis, Geerdt Magiels) hebben geopteerd voor een pakket bestaande uit drie modules met respectievelijk de volgende thema's: wetenschap en bijgeloof, pseudo-wetenschappen (telekinese en astrologie) en ufo's. Diverse didactische vormen kunnen door de leerkrachten worden toegepast: van individueel lezen tot het klassikaal uitvoeren van experimenten. Centraal staat het principe van vrij onderzoek en het recht van ieder mens om te geloven, ook in onzin.

Leerlingen worden geconfronteerd met hun eigen bijgeloof en onwetendheid. Hun wordt getoond hoe ze misleid worden (ook door hun eigen zintuigen), welke nepargumenten men gebruikt, wat de rol is van de media... De aandacht wordt gevestigd op de onjuistheid van wijdverspreide weetjes. Er wordt verteld hoe een heus wetenschappelijk experiment op te zetten, met een uitnodiging het zelf in de klas uit te proberen en de resultaten via Internet naar SKEPP door te sturen! Gaandeweg wordt een model van wetenschap ontwikkeld.

Telekinese en astrologie worden op de korrel genomen: opnieuw betrekt men de leerlingen bij experimenteel onderzoek. Ze kunnen zelf ondervinden wat er van aan is. Uiteraard ontbreekt een technische uitleg niet.

Ook voor de module over ufo's schakelt men de leerlingen in. Passief luisteren is er zelden bij. Dit deel is echter moeilijker dan de andere: de leerlingen wordt gevraagd denk economisch te redeneren en zelf geldige argumentaties te ontwikkelen.

Met het lessenpakket hoopt SKEPP een bijdrage te leveren aan de afname van onjuiste informatie en de toename van individueel kritisch onderzoek. Meer kunnen we niet doen. Het is nu aan leerkrachten en leerlingen om aan het project deel ten nemen en geen genoegen te nemen met onzin in de klas.

Leden die interesse hebben om mee te werken aan het onderwijsproject van SKEPP sturen een mailtje naar info AT skepp.be.

Gustaaf Cornelis, voorzitter skepp.

Authors
Gustaaf Cornelis
Publicatiedatum
01-09-2003