De hersenschimmen van Willem Verbeke

3 minuten
Leestijd:
Toegegeven, de Vlaamse marketingprofessor Willem Verbeke (Erasmus Universiteit Rotterdam) weet zijn waar wel aan de man te brengen. In tal van Vlaamse en Nederlandse kranten en televisieprogramma’s verkondigde hij in februari dat werkgevers binnen 5 jaar elke sollicitant zullen scannen. Op basis van die hersenscans zal men individuele talenten, maar ook stoornissen (autisme, psychopathie) bij werknemers ontdekken. Als we de professor mogen geloven wordt neuroimaging binnen enkele jaren een verplichte procedure op de personeelsdienst van menig bedrijf.

Juristen mengden zich onmiddellijk in de discussie. Terecht maakten ze zich zorgen over de schending van de privacy en het geheim van het medisch onderzoek. Gelukkig zijn deze zorgen voorbarig. De voorspellingen van Verbeke zijn manifest in strijd met de huidige stand van het neuropsychologisch onderzoek. Die stand pleit veeleer voor bescheidenheid en nuance en keert zich tegen wilde uitspraken en onrealistische voorspellingen. Het staat natuurlijk iedereen vrij om ondoordachte uitspraken te doen, maar wanneer ethische standaarden geschonden worden en commerciële bedoelingen de overhand halen, dan vinden we het de hoogste tijd om te reageren.

Het mediaoptreden van Verbeke is op zich al merkwaardig. Anderhalf jaar geleden liet hij kranten weten dat hij een studie klaar had over het inlevingsvermogen van verkopers. Hij kon goede van slechte verkopers onderscheiden door op scans naar gebieden te kijken die betrokken zijn bij inleving of empathie. Navraag leerde ons dat die studie nog maar net opgestuurd was naar een wetenschappelijk tijdschrift. Op het ogenblik van de persaandacht was ze nog niet beoordeeld, laat staan verschenen. Hiermee overtrad Verbeke het algemeen geldende principe dat je geen onderzoeksresultaten publiek maakt die niet beoordeeld zijn door de kritische onderzoeksgemeenschap (peer review). Je wacht minstens tot het tijdschrift je paper aanvaardt. Intussen aanvaardde een Amerikaans marketingtijdschrift zijn studie gelukkig wel en is ze beschikbaar op de website. De resultaten zien er interessant uit en sporen aan tot verder onderzoek, maar staan mijlenver van de overtrokken conclusies die Verbeke eruit trekt.

Ten gronde bezondigt Verbeke zich aan een fout die veel enthousiaste fans van hersenscanonderzoek maken. Welke spectaculaire resultaten neuroimaging studies ook boeken, men vergeet dat vrijwel alle onderzoek gebaseerd is op groepsanalyse. Die resultaten laten zich niet zomaar doortrekken naar elk afzonderlijk individu. Bij neuroimaging wordt de hersenactiviteit bij één groep proefpersonen vergeleken met de hersenactiviteit bij een andere groep of bij dezelfde groep tijdens een andere taak. We bevinden ons dus in een wereld van gemiddelden, correlaties en statistische verschillen, waarbij het perfect mogelijk is dat één proefpersoon de typerende hersenactiviteit van die bewuste groep helemaal niet vertoont. Het erg positieve resultaat bij één individu compenseert bijvoorbeeld het negatieve resultaat bij een ander individu. Omdat je uitzonderingen nooit kunt uitsluiten, is het scannen van individuele sollicitanten op dit ogenblik niet alleen onzinnig, maar ook gevaarlijk. De verkoper bij wie het inlevingsvermogen op de hersenscan het minst zichtbaar is, kan uiteindelijk toch de beste zijn. Wie zal niet protesteren als hij door zo’n bedenkelijke test benadeeld wordt? In het beste geval komt het gebruik van hersenscans bij sollicitaties en carrièreplanning neer op een loterij, in het slechtste geval is het een voedingsbodem voor stigmatisering en vooroordelen, dit alles onder het mom van wetenschappelijke objectiviteit.

Ten slotte belooft Verbeke resultaten die ook binnen 5 jaar onmogelijk te realiseren zijn. Psychopaten houd je inderdaad het best buiten het bedrijf, maar met hersenscans zal je hen niet opsporen. Het is juist dat recent onderzoek heeft aangetoond dat sommige psychopaten breinafwijkingen vertonen, maar opnieuw is dit een groepsresultaat en bovendien is geen enkele gevonden hersenafwijking specifiek voor psychopaten. Het kenmerk doet zich ook voor bij mensen zonder psychopathische trekken, maar met andere stoornissen. Psychopathie is een uitermate complexe persoonlijkheidstoornis die zich momenteel enkel laat vaststellen aan de hand van langdurig en intensief klinisch onderzoek. Mogelijks kan neurobiologisch onderzoek daarbij in de nabije toekomst helpen, maar dat een simpele scansessie uitsluitsel zou geven, dat gelooft werkelijk niemand die iets van psychopathie afweet.

De wilde uitspraken van Verbeke stellen de neuropsychologie in een slecht daglicht. Ze komen op een ogenblik dat er met argusogen wordt gekeken naar dit soort onderzoek. De aanvallen op neuroimaging zijn fel en het verweer tegen het verwijt van moderne “schedelmeetkunde” verloopt moeizaam. Onbezonnen uitspraken als die van Verbeke creëren valse hoop of nodeloze angst en kunnen tot gevolg hebben dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Scanners zijn van grote waarde om meer te weten te komen over hersenprocessen die onze edelste menselijke vermogens dragen. Echter, dit onderzoek leert ons ook hoe immens complex het menselijke brein in elkaar steekt. Die complexiteit staat haaks op sensatiezucht en scoringsdrang.

Jan Verplaetse is docent moraalfilosofie bij  de vakgroep Grondslagen en Geschiedenis van het Recht (Universiteit Gent) en initiatiefnemer van de onderzoeksgroep The Moral Brain. Maarten Boudry is filosoof en verbonden aan de Universiteit Gent, waar hij onderzoek doet naar pseudowetenschappen.

Publicatiedatum
08-09-2010
Opgenomen in
Neuropsychologie