Orgasmeperikelen

07-02-2008

-

door verscheen in :
2 minuten
Leestijd:
Het vrouwelijk orgasme stelt veel mensen voor een probleem. In eerste instantie vrouwen zelf, want slechts ongeveer een kwart komt spontaan en altijd klaar door coïtus. Een helft smaakt dit genoegen af en toe, nog eens een kwart nooit. Ook evolutionaire wetenschappers liggen wakker van dit grillige fenomeen. Hoe verklaar je de evolutie ervan als het zich zo variabel manifesteert en niet eens nodig blijkt voor bevruchting?

Het mannelijk orgasme is een makkie: het gaat samen met ejaculatie en is dus direct verbonden met reproductief succes. Het is duidelijk een adaptatie: een kenmerk dat zich ontwikkelde door natuurlijke selectie, doordat het de overlevings- en voortplantingskansen van zijn eigenaar de hoogte in stuwde. Het vrouwelijk orgasme is andere koek. Om het etiket ‘adaptatie’ te verdienen, moet een kenmerk aan een rist criteria voldoen, waaronder efficiëntie, precisie, economie en een voorspelbare ontwikkeling ervan in alle leden van de soort (of sekse). Het moge duidelijk zijn: het vrouwelijk orgasme schiet hier schromelijk tekort. In 1979 suggereerde antropoloog Donald Symons dan ook dat het geen adaptatie is, maar een gelukkig bijproduct van de evolutie van het mannelijk orgasme. Doordat de weefsels van clitoris en penis dezelfde embryonale oorsprong hebben, kennen vrouwen eveneens de grote O.

Bijna drie decennia later houdt de bijproducthypothese nog altijd stand. De negentien adaptieve scenario’s die in de tussentijd naar voren geschoven zijn, doorstaan de kritische toetsing niet. Dat weten we dankzij wetenschapsfilosofe Elisabeth Lloyd. Haar boek The Case of the Female Orgasm (2005) is de neerslag van twintig jaar onderzoek en legt haarfijn de tekortkomingen van de adaptieve verklaringen bloot. Een kenmerk dat het reproductief succes van de draagster verhoogt, zou zich over de héle vrouwelijke populatie moeten verspreiden, bijvoorbeeld. Er is bovendien geen deugdelijke aanwijzing dat klaarkomen de kansen op bevruchting doet toenemen. Misschien zag u de beelden op het Discovery Channel van een baarmoederhals die zich bij de contracties van het orgasme in een poel sperma doopt, compleet met slurpende geluidjes? Wel, don’t be sucked in, zoals Lloyd op haar website waarschuwt. Dit zijn geen beelden van het opzuigen van sperma door de baarmoeder (wat de kans op bevruchting zou verhogen), hoewel de commentatorstem dat suggereert. Van een medewerker aan de documentaire, een gerespecteerd seksueel fysioloog, weet zij dat het hier misleiding betreft: toon één ding en beschrijf een ander. Er wordt namelijk niks opgezogen.

Waarom doet men zoiets? Hier belanden we bij nóg interessantere materie dan het waarom van het vrouwelijk orgasme: de ideologische beweegredenen die mensen (waaronder sommige wetenschappers) ertoe brengen een oogje dicht te knijpen voor het gebrek aan interne consistentie en empirische ondersteuning van hun theorieën. Het vrouwelijk orgasme verklaren als een bijproduct van het mannelijk orgasme klinkt politiek incorrect, alsof het dan minder belangrijk zou zijn. Onzin natuurlijk, want evolutionair belang zegt niets over cultureel belang (lezen en schrijven zijn ook bijproducten van ons adaptieve taalvermogen). Toch trappen veel intelligente mensen in die val, getuige feministen die Lloyd seksisme onder de neus wrijven. Ironisch genoeg is Lloyd zelf een feministe en schreef een door haar bekritiseerd auteur, David Barash, in een giftige recensie dat net Lloyds feminisme haar ertoe bracht de adaptieve functie van het vrouwelijk orgasme te ontkennen (door de loskoppeling van vrouwelijk seksualiteit en reproductie). Het pleit voor Barash dat hij, na Lloyds nuchtere weerlegging van zijn kritieken, zijn excuses aan haar aanbood. Waarmee ik maar wil zeggen dat wetenschap een al te menselijk bedrijf blijft. En dat u de waarde van dat andere bedrijf, het seksuele, absoluut niet moet laten afhangen van de evolutionaire verklaringen ervan.

Griet Vandermassen is filosofe en postdoctoraal onderzoeker bij het Centrum voor Genderstudies van de Universiteit Gent.

Authors
Griet Vandermassen
Publicatiedatum
07-02-2008
Opgenomen in
Evolutiewetenschappen