Ecomoe

Het ecomamaboek
yoga
21-06-2016

-

door verscheen in :
7 minuten
Leestijd:
Wat doet een mens wanneer ie het afgedankte Ecomamaboek. Groen en bewust leven met kids (2009) terugvindt in de uitverkoopbakken van de Gentse bibliotheek? Kopen voor een habbekrats of laten recycleren? Het was de flaptekst van het “zapboek voor de ecolicious mama van nu” die me deed beslissen om dit pareltje van alternaïef denken te redden van de papier-machéfabriek: “Ze schrijven met kennis van zaken en humor over onderwerpen die hen na aan het hart liggen”, verzekerde de flap. Dat treft, ik ook.

De eco-lifestylegids beslaat de hele activiteitenwaaier van de moderne en dus drukbezette ecomama (m/v) waaronder shoppen, beleggen, reizen, managen en relaxen in wellnesscentra. Elk van die onderwerpen wordt rijkelijk voorzien van bakstenen en elektronische adressen. Beide auteurs raden winkels aan die aan hun hoge normen beantwoorden, ze verwijzen naar grote en kleine handelszaken die ze ethisch even hoogstaand achten en geven lovende besprekingen van boetiekjes voor duurzame parafernalia.

Mij doet het een beetje denken aan Elsschots Lijmen, waarin het hoofdpersonage op zoek gaat naar adverteerders om de publicatie te financieren. Het verschil hier is dat niet de goedgelovige adverteerders, maar wel de openbare bibliotheken met volledige oplagen aan bedrukt papier blijven zitten.

Van sommige onderwerpen in het boek heb ik echt geen kaas gegeten, Elsschotiaanse pun not intended. Geldzaken zijn niet mijn sterkste kant en daarom zal de skepticus in mij het vertikken om commentaar te geven op de voorgestelde geldmeditatie: “gewoon op je stoel blijven zitten en mediteren dat het geld naar je toestroomt”. De germanist in mij wil er wel op wijzen dat “mediteren” hier niet de klassieke betekenis heeft van “in zichzelf keren om de diepste werkelijkheid te ervaren”.

Ik ga me in dit stuk concentreren op twee onderwerpen die míj “na aan het hart liggen”, namelijk voeding en gezondheid.

Voeding

“Bio staat voor biologisch”, lees ik in het eerste hoofdstuk. “Simpelweg betekent het dat als je een biologisch product koopt, je zeker weet dat het geteeld is zonder kunstmest en giftige bestrijdingsmiddelen.” Het eerste deel van het citaat klopt: bio staat inderdaad voor biologisch. Dat van die kunstmest is ook waar. Vanaf dan lijkt het mij inderdaad simpel, maar vooral misleidend.

Biolandbouw is een vlag die een wel zeer diverse lading dekt. Er is bijvoorbeeld de zogenoemde biodynamische landbouw, gebaseerd op de ideeën van Rudolf Steiner. Daarin speelt een met mest gevulde koehoorn die een dertigtal centimeter onder de grond moet worden begraven, de hoofdrol. Daar moet ik bij vermelden dat Herr Steiner een even groot pedagoog als landbouwkundige was.

Ook de zogenoemde Anastasia-landbouw wordt gerekend tot de biologische landbouw. “Zaad kan naast interne informatie ook informatie uit de omgeving, bijvoorbeeld van de mens, opnemen. Dit weerspiegelt zich in de vruchten van de uit het zaad groeiende plant, die kunnen dan als heelmaker dienen,” aldus een enthousiaste Anastasia-boer in de vakliteratuur[1].

Bent u er nog?

Hoe dan ook, om discussie over de Ware Bio-Schot te vermijden, houd ik het bij de versie die de Europese Unie in gedachten heeft (en bij Delhaize en Carrefour in de rekken ligt).

Is een bioproduct echt geteeld “zonder […] giftige bestrijdingsmiddelen”? Dat lijkt mij een kwestie van semantiek en dosis. De bacterie Bacillus thuringiensis (Bt) mag in de biolandbouw gebruikt worden omdat het een zogenaamd natuurlijk bestrijdingsmiddel is. Het wordt dan ook algemeen beschouwd als een zeer veilig pesticide. Voor mensen althans. Voor insecten is het schadelijk, anders was het geen bestrijdingsmiddel. Diezelfde bacterie Bacillus thuringiensis gebruikt men ook in de gg-maïsteelt, maar dan is het volgens tal van bio-adepten plots wél een vergif.

Anderzijds is Bordeauxse pap, een mengeling van kopersulfaat en gebluste kalk, toegestaan in de biolandbouw als preventief, schimmelwerend middel. Franse biowijnboeren gebruiken het nog steeds. Nochtans vindt Europa dat koperverbindingen “voldoen aan de criteria om als persistente en toxische stoffen te worden beschouwd.”[2] David Zaruks lijstje, “Dirty Dozen – 12 highly toxic pesticides approved for use in organic farming”[3] doet nog meer afbreuk aan de stelling dat de biologische landbouw vrij van gevaarlijke bestrijdingsmiddelen is.

Een niemendalletje in groene drukinkt voor hippe ecomama’s waarin producten én winkels aangeraden en gepromoot worden, mogen we natuurlijk niet verdenken van al te veel inzicht en nuance. Anderzijds is het tergend en weinig ethisch dat de twee auteurs hun geliefkoosde producten menen te moeten slijten met behulp van ongefundeerde claims.

Vergelijken we de uitspraak dat bioproducten gezonder zijn, met enkele regels uit het rapport Voedselkwaliteit, veiligheid en gezondheid van biologische producten, uit 2009[4]:

Mogelijke gezondheidseffecten die in verband worden gebracht met biologische voeding zijn: effect op het immuunsysteem, waaronder allergische klachten, vruchtbaarheid, overgewicht, en als afgeleide hiervan een lager risico op hart- en vaatziekten en kanker. Echter, het aantal studies dat gezondheidseffecten heeft onderzocht is gering. Er zijn enkele studies bij mensen uitgevoerd en daarnaast bestaan er een aantal studies met dieren of in-vitromodellen. Het is daarom voorbarig om nu conclusies te trekken op het gebied van gezondheid.

Of bio groen en duurzaam is, zelfs daarover zijn de meningen verdeeld. Het rapport hierboven is een van de vele die lovend zijn over biolandbouw. Iemand als Louise Fresco, hoogleraar aan een rits universiteiten en gespecialiseerd in duurzame ontwikkeling in een internationale context, staat er dan weer iets kritischer tegenover. Zij reduceert ‘biologische’ landbouw tot een kwestie van louter juridische kaders en certificatenmolens waarbij elk voordeel (bijvoorbeeld geen kunstmest) zijn nadeel heeft (groter ruimtebeslag).

Mij lijkt het hierboven geciteerde rapport vrij evenwichtig: het staat zeker positief tegenover biolandbouw, maar gaat de caveats en eventuele problemen niet uit de weg. Ook Fresco is zeer genuanceerd in haar uitleg: puur praktisch is het onderscheid biologisch versus niet-biologisch volgens haar volstrekt overbodig. Zij pleit voor de best mogelijke landbouw, met de best mogelijke praktijken, waar die ook ontstaan zijn. U kan het rustig nalezen in de klepper Hamburgers in het Paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed (2012).

Het is net dit gebrek aan nuance en kritische reflectie dat me mateloos ergert bij het lezen van eco-lifestyleboekjes en -websites, schotschriftjes van veldvertrappelende eco warriors en verklaringen van groene politieke partijen.

Gezondheid

In het deeltje ‘Schone handen en gezondheid’ loopt het pas echt goed mis. Het leest als een hoofdstukje ‘Hoe blind slikgedrag aanmoedigen’. ”Veel homeopathische middelen worden biologisch verbouwd”, weten de ecomama’s. Deze zin doet mij vermoeden dat de auteurs niet weten wat homeopathie is, en dat ze alle kruidengeneeskunde en andere ‘alternatieve’ geneeswijzen op een hoopje smijten. Verder vinden zij biologische slash homeopathische middeltjes die de “weerstand opvijzelen” toppie. Nog groener natuurlijk is het om die homeopathische rommel niet te kopen: de milieukosten voor het produceren, verpakken en transporteren van fake geneesmiddelen, zijn simpelweg veel te hoog.

De ecomama’s raden ook salie(thee) aan tegen een verkoudheid als “natuurlijk antibioticum” (en we gaan hier zelfs niet moeilijk doen over antibioticum tegen virale infecties). Ja, zowat elke warme, niet-alcoholische drank doet deugd bij een lastige verkoudheid, en nee, saliethee steekt er niet bepaald bovenuit. Het valt me trouwens op dat de meest groene remedie tegen de gewone verkoudheid niet vermeld wordt, namelijk rusten. Misschien denk ik nu te veel vanuit een traditioneel Westers medisch kader. Anderzijds, de eerlijkheid gebiedt me te vermelden dat de auteurs aanraden om een dokter te raadplegen als het ernstig wordt.

Wat het geteem over yin en yang komt doen in een boekje over groen leven is me eveneens een raadsel. Ik bespaar u ook het gebruikelijke pseudo-oosters gejengel. Evenals het gehannes over ayurveda, waarmee we trouwens terug in de buurt komen van de zware metalen. Loodvergiftiging door ayurvedische middelen, hoe natuurlijk Pb ook is, valt niet aan te raden. En een massage, dat is zelfs niet groen of alt-med. Zelf zou ik behoorlijk gespannen geraken van de spirituele, esoterische uitleg over Thaise sea holistic stempelmassages, maar dat geheel terzijde.

Terwijl u zich afvraagt wat dit alles nu te maken heeft met groen en bewust leven, zwatelen de dames verder over de geestelijke gezondheid. Een van hun suggesties is floaten, drijven in een “spaceachtige, eivormige cabine … op zeer zout water”. En dat werkt ontspannend, aldus de auteurs, waarbij ze zich niet kunnen onthouden van de freudiaans geïnspireerde gedachte dat het ook een terugkeer is naar het baarmoedergevoel. Wat hébben pseudopsycholo’s toch verloren, daar in die baarmoeder?

Het hele boekje flirt met de gedachte dat trendy mama het beter weet, gewoon omdat ze een moeder is. Het idee dat moeder het beter weet dan vader, daar kan ik inkomen. Dat ze beter op de hoogte is van epidemiologische, medische, agrarische, biotechnologische onderwerpen dan epidemiologische, medische, agrarische, biotechnologische specialisten, dat is mij een brug te ver.

De platitudes en halve waarheden die beide dames debiteren in een poging om “hip en verantwoord” te zijn, beginnen al snel tegen te steken. Ik vraag me af in welke mate er hier belangen vermengd worden. Groen leven, graag en snel een beetje, maar moet dat nu echt gepaard gaan met pseudospirituele, alternatief-medische en hard core esoterische nonsens? Alsof het allemaal niet zo serieus genomen moet worden en alsof groen een modieus detail is, een extra argumentje om de alternatieve kassa te laten rinkelen.

Besluit: het meest groene aan Het Ecomamaboekje is de groene inkt waarmee het hele gedrocht gedrukt is.

 

Bronnen

  1. Frens Schuring, “Anastasia en Vedische landbouw”, in: Dynamisch Perspectief, nr. 5, 2007, p.10-12, http://edepot.wur.nl/116167
  2. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/408 van de Commissie van 11 maart 2015 inzake uitvoering van artikel 80, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot vaststelling van een lijst van stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen, http://eur-lex.europa.eu/ legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv% 3AOJ.L_.2015.067.01.0018.01.NLD
  3. David Zaruk, “The Risk-Monger’s Dirty Dozen – 12 highly toxic pesticides approved for use in organic farming”, The Risk Monger, 2015, https://risk-monger.com/2016/ 04/13/the-risk-mongers-dirtydozen-12-highly-toxic-pesticidesapproved-for-use-in-organicfarming/
  4. Lucy van de Vijver, Ron Hoogenboom, Machteld Huber, Voedselkwaliteit, veiligheid en gezondheid van biologische producten Update van de literatuur, Wageningen, Institute of Food safety, 2009, http://www.louisbolk. org/downloads/2123.pdf
Authors
Frank Verhoft
Publicatiedatum
21-06-2016