24
nov
2010

En ze leefden nog lang en gezond. Een boekbespreking.

Titel boek
En ze leefden nog lang en gezond.
Ondertitel
Hoe gezondheid een industrie werd
Auteurs boek
Luc Bonneux
24-11-2010

-

door verscheen in :
4 minuten
Leestijd:
Lezers van Wonder en is gheen Wonder [het blad van SKEPP, nvdr] kennen Luc Bonneux voor zijn vlijmscherpe pen, zijn grondige kennis van zaken en zijn afkeer van heilige huisjes. Ook in de bredere media laat de Vlaamse arts en epidemioloog zich geregeld opmerken door opiniestukken die gezwind de vloer aanvegen met gezondheidsmythes allerhande. In En ze leefden nog lang en gezond brengt Bonneux zijn encyclopedische kennis over de evolutie van onze gezondheid samen.

Die ‘evolutie’ mag je letterlijk nemen: vertrekpunt van het boek is het ontstaan van het leven. Wie zicht wil krijgen op ziekte, veroudering en gezondheid, moet immers begrijpen hoe die gevormd zijn door natuurlijke selectie, stelt Bonneux. Het leidt tot een indrukwekkende tocht doorheen de menselijke evolutie en geschiedenis, vanaf het ontstaan van het leven tot en met het ontstaan van elektrohypersensitiviteit: ziekte door angst voor gsm-straling. De erfenis van onze geschiedenis als jagers-verzamelaars, de impact van de ontwikkeling van de landbouw, het ontstaan van infectieziekten en epidemieën, de eerste gezondheidsrevolutie in de negentiende eeuw en de tweede na de Tweede Wereldoorlog: Bonneux weeft het allemaal samen als springplank naar deel twee van het boek, een kritiek op de moderne gezondheidsindustrie. Die spiegelt ons voor dat de bron van de eeuwige jeugd bestaat en jaagt ons de stuipen op het lijf door ons allerlei milieugevaren en ziektes aan te praten, stelt hij.

Maar wie naar het beschikbare bewijs kijkt, moet vaak vaststellen dat we misleid worden. Marktdenken primeert. Dat heeft zijn prijs: door angst voor ziektes en door overbodige behandelingen dreigen we de gezondheid te verliezen die we de afgelopen eeuwen zo moeizaam gewonnen hebben. Gedurende de voorbije 13.000 jaar, tot en met de Tweede Wereldoorlog, was het altijd onzeker wat het komende jaar zou brengen. Misschien mislukte de oogst, braken er plagen uit of kwam er weer oorlog. Misschien zou je weer één van je kinderen moeten begraven. Mensen ploeterden voort en bereidden zich bij relatieve welvaart voor op de miserie die hen onvermijdelijk weer wachtte. Het ontstaan van de landbouw had ons, paradoxaal genoeg, niet gezonder gemaakt maar zieker. Landbouw leidde tot een bevolkingsexplosie, wat minder calorieën betekende per te voeden mond. Samenleven met landbouwdieren deed hun ziektekiemen op ons overslaan, met dodelijke infectieziekten zoals mazelen, griep en pokken tot gevolg. Een toenemende bevolkingsdichtheid leidde tot epidemieën. Nog in het derde kwart van de negentiende eeuw raasden zware golven van pokken en cholera door de Lage Landen. Mensen waren toen kleiner dan ooit, verschrompeld door honger en ziekten.

Aan het begin van de eenentwintigste eeuw zijn we weer even groot als onze prehistorische voorouders die van jagen en verzamelen leefden en kerngezond waren. We kunnen bogen op een onwaarschijnlijk hoge levensverwachting, dankzij toenemende welvaart, hygiëne, vaccinatie en het ontstaan van de moderne geneeskunde. Toch waren we nooit bezorgder over onze gezondheid dan vandaag. Dat heeft voor een stuk met verwachtingen te maken: als je mag hopen op een lang leven, is een vroege dood des te erger. Maar de voornaamste oorzaak, zegt Bonneux, ligt bij de gezondheidsindustrie. Aan gezonde, tevreden mensen valt weinig te verdienen. Er moeten dus behoeften geschapen worden. Je moet mensen bang maken, zodat ze hun heil zoeken bij jouw producten of diensten. De medische, de farmaceutische en de voedingsindustrie hebben zo de handen in elkaar geslagen om ons van vele niet-bestaande gezondheidsrisico’s te overtuigen.

Kanker, aldus de auteur, is bij uitstek het domein van de mythen. Het klinkt ontnuchterend, maar kanker is een volstrekt natuurlijk groeiproces. Het is de evolutionaire erfenis van celdeling, nodig om onze weefsels te verjongen. Celdeling houdt altijd een groot risico op wildgroei in, reden waarom we over zeer efficiënte verdedigingssystemen tegen rebellerende cellen beschikken. Dat betekent dat we allemaal altijd wel ergens kanker hebben, maar ook dat dit zich meestal vanzelf oplost of beperkt tot een goedaardig gezwel. Het betekent ook dat we best wel tegen een stootje kunnen. Alarmistische berichten over kankerverwekkende milieu-invloeden worden meestal niet gesteund door degelijk onderzoek. Dat roken en asbest kanker veroorzaken staat onomstotelijk vast, net zoals we weten dat zwaarlijvigheid en zwaar alcoholgebruik het risico sterk vergroten.

Maar de belangrijkste oorzaak van kanker blijft vooralsnog toeval. Vergeet dioxines, gsm-straling, lage doses radioactiviteit en fijn stof: gevonden verbanden – zo die er zijn – blijken op andere factoren te berusten. Natuurlijk moeten wij ijveren voor een schoon milieu, benadrukt Bonneux, maar liefst niet via een strategie van de angst. Ingebeelde gevaren kunnen je namelijk echt ziek maken. Kankerscreening, de voedingsindustrie, de grieppaniek van de voorbije jaren, het rekken van de levensduur, gsm-straling, de impact van radioactiviteit, luchtvervuiling, mythes omtrent aids, aidsbestrijding in Afrika, de relatie van cholesterol met ziekte en sterfte: Bonneux heeft een expertise om u tegen te zeggen. Hij is dan ook, zoals hij het zelf noemt, een ‘klonteraar’.

“In het wetenschapsbedrijf kun je splitters en clotters onderscheiden, splitsers en klonteraars. Het overgrote deel van de moderne wetenschap bestaat uit splitsen, het opdelen van processen in steeds kleinere onderdelen. Vroeger bestonden er alleen maar chirurgijns, in mijn jeugd had je een huisarts, internist, chirurg en kinderarts. Tegenwoordig kweekt de geneeskunde meer specialismen dan konijnen jongen. Een deel van de internisten werd endocrinoloog (specialist van klieren), een deel van de endocrinologen werd diabetoloog (specialist in suikerziekte), een deel van de diabetologen werd kinderdiabetoloog. Kennis wordt steeds verder opgesplitst in kleine onderdelen, die dan weer verder onderzocht worden. Splitsen is de manier om kennis te verdiepen, maar het grote gevaar is dat het overzicht verloren gaat. Klonteraars trachten betekenis te geven aan de informatiestroom door de vele kleine eenheden weer bij elkaar te klonteren tot grotere verbanden.

En ze leefden nog lang en gezond is een magnifiek bij elkaar geklonterd boek. Wie al langer lid is van SKEPP, zal in de tweede helft stukken herkennen die al eerder in dit tijdschrift verschenen, maar nu verder uitgewerkt of geüpdatet werden. Ook los daarvan blijven ze de moeite van het herlezen waard, omdat ze zo rijk zijn aan informatie. Wetenschappelijk onderbouwde gezondheidsinformatie is schaars, vanwege de vele belangen die spelen. Dit boek zorgt voor een welkom tegengewicht.

Authors
Griet Vandermassen
Publicatiedatum
24-11-2010
Categorie