Het kleren-van-de-keizer-effect

25-02-2001

-

door verscheen in :
5 minuten
Leestijd:
Sprookjes zijn gewoonlijk geen voorbeelden van skeptische literatuur, maar weinig fictie is zo'n gefundenes Fressen voor de skepticus als De Nieuwe kleren van de keizer van Hans Christian Andersen. Eigenlijk is het verhaal gewoon te skeptisch om een echt sprookje te zijn.

Het verhaal is bekend. Een paar oplichters bieden een keizer aan om tegen een rijkelijke beloning voor hem kleren te maken die wondermooi zijn, maar niet gezien kunnen worden door domme mensen. De opzichters geven vervolgens de indruk dat ze bezig zijn de kleren aan het maken. Omdat niemand aan 's keizers hof voor dom wil doorgaan beweren hovelingen, ministers en uiteindelijk de keizer zelf dat ze de kleren prachtig vinden en als de kleren af zijn gaat de keizer met zijn fictieve kleren op straat paraderen, waar hij wordt toegejuicht door een menigte die alleen maar een naakte keizer ziet.

Het is een verhaal over collectief zelfbedrog. Niemand ziet de kleren, maar iedereen gelooft dat ze moeten bestaan. Bij pseudo-wetenschappen vindt men nogal wat fenomenen die even onzichtbaar zijn als de kleren van de keizer. Dat geldt zeker voor verhalen over verschijnselen die zo buitengewoon lijken, dat ze, indien er geen illusie of bedrog achter steekt, wel als paranormaal of bovennatuurlijk (het verschil is niet zo duidelijk) moeten beschouwd worden. Mensen of voorwerpen die zonder meer boven de grond gaan zweven, geesten die verschijnen, enzovoort.

Skeptisch onderzoek toont inderdaad aan dat veel van die verhalen op weinig concreets berusten en in geval dat toch zo is, zijn de getuigenissen niet zo betrouwbaar. Een zeer beroemd geval is de levitatie van de Amerikaan Daniel Dunglas Home, misschien het meest succesvolle "medium" van de negentiende eeuw. Op 13 december 1868 zou Home tijdens een séance voor een Engels aristocratisch gezelschap vanuit een raam op de derde verdieping van een herenhuis gestapt gezweefd hebben naar het raam ernaast. Een sterk verhaal dat in veel boeken over het  paranormale vermeld wordt. Minder sterk evenwel als men de twee geschreven ooggetuigenverslagen van het gebeuren zorgvuldig onderzoekt. De ene getuige, de bewoner van het huis, heeft Home helemaal niet zien zweven. Hij zag hem enkel naar de aangrenzende kamer gaan, hoorde hem daar een raam opendoen, en hem enkele ogenblikken via het raam de kamer waar het gezelschap zich bevond weer binnenstappen. De andere getuige beweert wèl Home te hebben zien zweven. Hij zou hem in het maanlicht hebben gezien, zo'n 25 meter boven de straat hangen. Vreemd, want op die datum was het bijna nieuwe maan - geen maanlicht dus - en de derde verdieping van het huis lag, zoals de meeste derde verdiepingen, zeker geen 25 meter boven de grond, maar nog geen tien meter. Op verzoek van Home was er geen licht ontstoken en waren de aanwezigen tijdens de proef blijven zitten, zodat ze niet zoveel hebben kunnen zien. Beide ramen waren overigens voorzien van een balkon en het is perfect mogelijk dat Home de nog geen anderhalve meter tussen beide balkons ramen heeft overbrugd door op een niet al te smalle richel te lopen.

Dit is maar één voorbeeld van de talrijke wonderbaarlijke verschijnselen die niemand echt gezien heeft, maar die men alleen kent van min of meer onbetrouwbare getuigenissen. De grote sceptische filosoof David Hume (zijn naam en die van Home worden ironisch genoeg hetzelfde uitgesproken) wees erop dat elke getuigenis van een mirakel eigenlijk ongeloofwaardig is, omdat het altijd veel plausibeler is dat de getuige liegt of zich vergist dan dat er echt een mirakel heeft plaatsgevonden. Mirakels zijn immers per definitie uiterst onwaarschijnlijk. Maar dat is niet de houding van de keizer en zijn entourage. De mens lijkt met een zekere mate van naïviteit te zijn geboren en hoe dan ook past het in sommige milieus niet om al te kritische vragen te stellen. Integendeel, op een spiritistische séance kan iemand die niet voldoende gelooft in de spirituele capaciteiten van het medium, de geesten wegjagen. Zo iemand mist uiteraard de spirituele dimensie om tot deze hogere werkelijkheid door te dringen. De gelijkenis met de domme of onbekwame hovelingen is duidelijk. Zelfs in "wetenschappelijke" benaderingen van het paranormale is dat waanidee nog niet weg. In sommige moderne parapsychologische publicaties kan men nog steeds lezen dat het geloof in "psi" het succes van parapsychologische experimenten vergroot en dat de aanwezigheid van een skeptische geest een storend effect heeft.

Ik wil niet zo gemeen zijn om alle beoefenaars van al dan niet lucratieve paranormale praktijken, alle mediums, astrologen of alternatieve genezers, gelijk te stellen met de oplichters in het sprookje. De meesten onder hen bedriegen zichzelf. Niemand wil immers graag bekennen dat hij op het verkeerde spoor zit. Interessant is wel dat de oplichters in Andersens sprookje beweren dat niet alleen dat domme mensen de kleren niet kunnen zien, maar ook iedereen die niet geschikt is voor het beroep dat hij uitoefent. Uiteraard durft geen enkele minister van de keizer, en evenmin de keizer zelf, dat te bekennen! Dit doet mij denken aan sommige parapsychologen, die na jarenlang onderzoek van paranormale verschijnselen niets gevonden hebben, maar toch maar blijven ingewikkelde theorieën over het paranormale verkondigen. Of de dokters die er homeopathie of een andere alternatieve geneeswijze bijnemen. Zoiets staat natuurlijk haaks op de wetenschappelijke vorming die ze gehad hebben, maar ze willen geen slechte beurt maken bij hun patiënten, die vol lof zijn over die fantastisch goede homeopaat van twee straten verder, niet de indruk geven dat zij niet zo goed zijn!

En de menigte die de keizer toejuicht? Hoeveel mensen praten niet over zaken die ze zelf nooit hebben gezien, maar die wel moeten bestaan omdat iedereen erover praat. Horoscopen, wonderverhalen, zelfs het succes van alternatieve geneeswijzen. Collectieve misleiding kan erg ver gaan. In oktober 1917 stonden in Fatima tienduizenden mensen te wachten op de Heilige Maagd, die daar eerder al meermalen aan enkele kinderen zou zijn verschenen. Toen de zon door de wolken brak, staarde de menigte naar de schitterende zonneschijf en zag allerlei wonderlijke dingen. Denk ook aan de massahysterie rond de vergiftigde Coca-Colaflesjes kort na de dioxinecrisis van 1999, of misschien zelfs aan het Golf- en het Balkansyndroom. Dat sommige militairen die in de Golf of ex-Joegoslavië dienst deden ernstig ziek zijn geworden staat boven twijfel, maar dat verklaart wellicht niet de vage klachten van veel anderen onder hen.

Uiteindelijk zijn het de kinderen in de menigte naar de keizer staan te kijken, op te merken dat hij geen kleren aan heeft. Scherp gezien van Andersen, want kinderen zijn inderdaad eerder skeptisch aangelegd: een goochelaar weet dat kinderen een moeilijk publiek vormen. In Andersens oorspronkelijke versie wordt daarmee de algemene verdwazing doorbroken en roept de hele menigte dat de keizer naakt is (dit eerder optimistische slot vindt men niet in alle bewerkingen van het sprookje terug). En wat doet de keizer als ook hij tot het besef komt dat hij is beetgenomen? Hij loopt gewoon door en doet alsof er niets aan de hand is. De lezer moet maar uitmaken wie de keizer wel kan zijn!

© Tim Trachet. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder schriftelijke toestemming of naamsvermelding van de auteur.

Authors
Tim Trachet
Publicatiedatum
25-02-2001
Opgenomen in
Skeptisch & kritisch denken